Mijn naam:
-Piano. Vroeger noemden ze mij ‘pianoforte’ omdat ik stil & luid kan spelen. Nu is mijn roepnaam gewoon ‘piano’.
-Als ik rechtop sta, noemen ze mij een ‘buffetpiano’, als mijn snaren plat liggen, is mijn naam ‘vleugelpiano’.
Ik ben gemaakt uit:
-Vooral uit hout, binnenin heb ik wel een ijzeren kader en ik heb véél snaren.
-Ik heb 88 toetsen (52 witte en 36 zwarte).
-Ik ben wel groot en zwaar, maar ik kan ook digitaal zijn en dan weeg ik veel minder en kan je mij met koptelefoon beluisteren; ik heb dan géén snaren.
Mijn familieleden:
-Ik heb een grote familie want ik ben een toetsinstrument (orgel, klavecimbel en accordeon zijn familie).
-Ik ben ook een snaarinstrument, dus alle instrumenten met snaren zijn ook een verre familie van mij.
-Ik ben ook een slaginstrument omdat het hamertje tegen de snaar slaat, maar met die familie heb ik echt nog weinig contact.
Hoe bespeel je mij?
Door met je vingers op een toets te duwen, zo slaat er een hamertje tegen een snaar en die gaat dan trillen en maakt een toon.
Waar hoor je mij vooral?
Overal!
In vele huiskamers staat een piano, soms nog een oud meubel van een oma of opa gekregen. In een school, hotel, restaurant, luchthaven, … overal zorg ik voor sfeer en gezelligheid. Ik speel vaak samen met andere instrumenten, maar ik speel ook heel veel mee met (pop)liedjes.
Aanvullende info:
-een akoestische piano moet jaarlijks gestemd worden
-bij een digitale piano is er geen onderhoud
-kopen/huren: bij vele muziekwinkels bestaat er een huur-koopsysteem; je hoeft dus zeker niet onmiddellijk een piano te kopen!